De drie belangrijkste aanbevelingen uit het Twynstra rapport

Naar aanleiding van overleggen tussen de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) en decentrale overheden heeft FMN aan Twynstra Gudde gevraagd om een korte, krachtige impactanalyse te maken van de kansen van het 4e Europese spoorwegpakket voor het decentraal spoorvervoer, gericht op marktordening, marktaansturing en aanbesteding, mede in relatie tot de onderhandse gunning van het hoofdrailnet.

Eerste aanbeveling uit het Twynstra rapport:
Richt een overleg in van de huidige 20 opdrachtgevers van het OV in Nederland, gericht op het krijgen van inzicht in alle kosten en opbrengsten, waaronder winstgevendheid en verlieslatendheid van lijnen, van het Spoor/OV. Daarbij komen zij op basis van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de Regio Agenda’stot optimale toedeling van de spoorcapaciteit. Dit inzicht kan dan leiden tot een optimalisering van regionale netten en het nationale net. Hiermee wordt een concrete invulling gegeven aan de ambitie tot het realiseren van deur-tot-deur vervoer en invulling gegeven aan het uitgangspunt van het 4e spoorwegpakket om bij publieke investeringen zo hoog mogelijke reizigersaantallen en reizigerstevredenheid te genereren.

Tweede aanbeveling uit het Twynstra rapport:
De tweede aanbeveling uit het Twynstra rapport is dat FMN partijen in nauwe afstemming met hun opdrachtgevers een verdere uitwerking geven aan het ‘regionale mix scenario’. Het goede vertrekpunt is hierbij dat de decentrale opdrachtgevers in het kader van hun concessieverlening van decentraal spoorvervoer, beschikken over de prestaties van hun vervoerders als het gaat om reizigersaantallen, baanvak bezetting en reizigerstevredenheid.

Derde aanbeveling uit het Twynstra rapport:
Onze derde aanbeveling is daarmee; Een ‘big bang’ is te voorkomen bij de invoering van het 4e spoorwegpakket door alvast bij het onderhands gunnen van de Hoofdrailnet concessie, de
non-discriminatoire toegang tot spoormaterieel, ticket- en reisinformatiesysteem en diensten op stations te regelen voor alle vervoerders. Tevens is het belangrijk om een geleidelijke opening van de markt te regelen in de Hoofdrailnet concessie, bijvoorbeeld door ‘Midterm Reviews’ mogelijk te maken en de mogelijkheid te scheppen om regionale lijnen tussentijds aan te besteden. Naast het separaat regelen van de non-discriminatoire toegang is het ook belangrijk dat er tegelijkertijd wordt ingezet op het bewaken van het hiermee te creëren level playingfield op het gebied van spoormaterieel, ticket- en reisinformatiesysteem en diensten op stations. Een onderzoek naar de wijze waarop dit zo snel en effectief mogelijk kan worden vormgegeven, zal naar onze mening zo snel mogelijk moeten worden uitgevoerd door het ministerie. Dit alles borgt naar ons oordeel een verantwoorde landing van het 4e spoorwegpakket.

Bovenstaande geven de drie belangrijkste aanbevelingen weer uit het Twynstra rapport. Benieuwd naar de rest? Download dan hier het volledige rapport.