FMN vindt voorgenomen kabinetsvoorstel stap achteruit
FMN is zeer teleurgesteld over dit voorgenomen kabinetsvoorstel. Decentralisatie van regionale
spoorlijnen zet de reiziger op één, biedt de provincies meer zeggenschap over haar eigen mobiliteit- en
duurzaamheidsagenda en verbindt (regionale) economische kerngebieden.
NS krijgt wederom het vertrouwen van het kabinet. De coronacrisis wordt mede aangegrepen als reden
om verdere decentralisatie van regionale spoorlijnen vrijwel volledig op de lange baan te schuiven. De
ambitie ontbreekt. Het Regeerakkoord beloofde decentralisatie van vier spoorlijnen en daarnaast het
verder open stellen van de markt richting 2025. Dat is in het belang van de regionale reiziger en de
regionale overheid. Maar het kabinet maakt haar belofte niet waar en blokkeert nu de lange termijn
marktordening vanaf 2025 in een situatie die voor die tijd waarschijnlijk al opgelost is, bijvoorbeeld als er
een coronavaccin of medicijn beschikbaar is. Daarmee schiet de regionale reiziger niets op.
Het zou veel logischer zijn om juist nu wel te kiezen voor verandering. Waarom? Diverse onderzoeken
naar mobiliteit ‘na corona’ wijzen uit dat de Nederlanders zich anders gaan gedragen. Soms gewoonweg
minder gaan reizen omdat thuiswerken en digitaal vergaderen vanuit de werkgever meer wordt
gestimuleerd. In geval van het onderwijs omdat spreiding wordt afgedwongen, maar ook omdat in deze
periode het ov, als gevolg van de maatregelen, werd afgeraden te gebruiken en mensen een alternatief
hebben gevonden.
In maart van dit jaar bood FMN het plan OV20-30 aan de staatssecretaris aan. Dat plan is gericht op een
aantal pijlers: naast verdere decentralisatie in de regio, is ook de reiziger in de Randstad gebaat bij een
verdere ambitie. Vervoer in de Randstad kan profiteren van een nieuwe indeling van het spoornetwerk
en het combineren van verschillende vormen van vervoer. FMN constateert en ondersteunt dat de
staatssecretaris het plan wil betrekken bij de verdere inkleuring van het toekomstbeeld voor ov.
Tegelijkertijd lijkt het voornemen tot het onderhands gunnen van het vrijwel volledige hoofdrailnet die
mogelijkheid te blokkeren en FMN voor voldongen feiten te plaatsen.
Willen we als sector het vertrouwen en reizigers terugwinnen, dan betekent dit nog meer dan ooit tevoren
dat het nodig is dat het openbaar vervoer betrouwbaar is: goede aansluitingen tot in de haarvaten van
heel Nederland. Door regionaal spoor te combineren met Bus Rapid Transit (BRT) en reguliere buslijnen
ontstaan samenhangende regionale ov-netwerken van hoge kwaliteit, die alle grote woonkernen en
economische kerngebieden optimaal verbinden. Uiteindelijk wordt met deze maatregelen het totale
Nederlandse openbaar vervoer netwerk versterkt. Het zou volgens FMN belangrijk en verstandig zijn als
het kabinet ten minste inzet op een ‘ademend pakket’ aan spoorlijnen waarbij additionele
decentralisatie en optimalisatie van regionale lijnen mogelijk blijft. Zowel na 2025 als voordien, wanneer
de ov-markt zich herstelt van de huidige coronacrisis. Zo kan de toekomst van het Nederlands spoor
flexibel aangepast worden op de behoefte van de regionale reiziger en overheid.
Nog even resumé:
FMN pleit voor verdere decentralisatie van sprinterlijnen uit het hoofdrailnet, waarbij draagvlak in de
provincies en het belang van de reiziger voorop staan. Het succes van decentralisatie bewijst zich nog
iedere dag. Toenemende reizigersstromen en maatschappelijke uitdagingen in de regio vragen om een
beter regionaal geïntegreerd aanbod van trein, tram/metro en bus. Sinds de eerste decentralisatie in de
jaren ‘90 is sprake van meer maatwerk op het spoor en bijbehorende forse reizigersgroei. FMN streeft
naar snelle totstandkoming van multimodale regionale ov-netwerken. De quickscan die in het najaar van
2018 is uitgevoerd in opdracht van de staatssecretaris heeft inzicht gegeven in de randvoorwaarden voor
decentralisatie, de meerwaarde voor reizigers en het draagvlak bij decentrale overheden.